Mama… mama! Ma-ham…!” “Ik ben even bezig meisje.” “Ja, maar mama….” “Zo meteen meisje, even wachten nog.”
En dan gebeurt het: haar emmertje loopt over. Ze wordt boos. Écht boos. Gaat stampvoetend door de kamer. Pakt, als ze de kans krijgt een stoeltje vast en gooit deze door de kamer. Oh, dat was niet hard genoeg. Ze pakt het stoeltje nog eens op en gooit wat harder…
Dat triggert mij natuurlijk enorm. Gooien met spullen is gewoon een no-go! Ik word boos, verhef mijn stem en straf haar. Bij het verheffen van mijn stem en haar straffen, zie ik mijn gevoelige meisje ineen duiken.
Meteen realiseer ik me dat ik deze hele situatie had kunnen voorkomen door eerder naar haar te luisteren. Dus door hetgeen waar ik mee bezig was te laten voor wat het was. Aan haar stem had ik, achteraf, al kunnen horen dat haar nood hoog was.
Hoe lossen we dit op? Natuurlijk vertel ik haar, wanneer ze uitgeraasd is en haar boosheid omslaat in tranen, waarom ik boos werd en dat terwijl ik haar stevig vast houd. Gooien met stoelen kan gewoon niet. Ik vraag haar wat ze tegen me wilde zeggen. Soms komt er een antwoord, soms niet. Wel probeer ik het gesprek aan te gaan wat er precies gebeurde.
Wat maakte dat dochterlief zó boos werd dat ze met een stoeltje moest gooien? Wat voelde ze in haar lijfje? Waar voelde ze het in haar lijfje? Wat heeft ze nodig om zich weer prettig te voelen?
Om het gevoel wat ze had te visualiseren, gebruiken we het weerbericht. Net zoals wij het weerbericht kennen; Zonnig- half bewolkt- bewolkt- regen- storm- mistig- sneeuw.
Als de zon schijn is men over het algemeen blij en vrolijk en heeft men goede zin. Wanneer er wolken voor de zon verschijnen, het dus half bewolkt tot bewolkt wordt, gaat het gouden randje van de zonneschijn af. De stemming daalt lichtjes, de blijheid wordt wat afgestompt. Gaat het regenen dan vallen er druppels. De wolkjes hebben verdriet. Het kan ook regenen in jezelf, je hebt verdriet. Maar stormen kan het ook. Harde wind en regen, blaadjes die hoog opwaaien en weer neerdalen. Om bij een volgende windvlaag weer op te waaien. Je voelt van alles in je eigen lichaam. Wat je voelt schiet door je hele lichaam, zwakt wat af en wordt weer aangezwengeld.
Bij iedere type wil je wat anders. Ook daar is geen regel in. Regent het en wil je naar buiten om een rondje te rennen? Prima, doen! Maar wil je een knuffel van iemand; prima. Alles is goed. Er is geen regel. Het ene moment voel je dit en het andere moment voel je dat. De ene keer wil je het zo opgelost hebben en een andere keer op een net wat andere manier. Blijf praten. Luister naar elkaar. Luister naar je kind en laat hem/ haar vertellen over zijn gevoel en wat hij/ zij nodig heeft. Vertel je kind ook over je eigen gevoel. Wat wij ook doen bij onze dochter is voor ze gaat slapen de dag doornemen. Wat vond je vandaag minder leuk? En hoe kunnen we zorgen dat het een volgende keer niet meer gebeurt? Wat vond je juist leuk aan de dag van vandaag? Welke kleur geef je deze dag? Onze dochter heeft aan een aantal kleuren een emotie gegeven. Dit heeft ze zelf zo bepaald. Dat mijn emoties niet dezelfde kleur hebben als haar emoties is oké. Een blije dag krijgt van dochterlief de kleur blauw. Mijn kleur voor een blije dag is oranje. Samen praten we zo de dag door. Je kan bijvoorbeeld ook een regenboog maken en aan iedere kleur de emotie hangen die je kind daarbij voelt. Natuurlijk hoeven niet alle kleuren voorzien te worden. Alles is goed.
0 reacties